Belgische wet inzake precontractuele informatie in het kader van commerciële samenwerkingsovereenkomsten (titel 2 van boek X van het Wetboek van economisch recht, afgekort «WER»)

 

I.- Principes (artikel X.27 WER)

1. Alvorens een «commerciële samenwerkingsovereenkomst» te sluiten, verstrekt de «persoon die het recht verleent» (dit is de franchisegever/principaal/concessiegever/enz.) aan zijn toekomstige partner:

- het ontwerp van overeenkomst die hij wil sluiten en

- een afzonderlijk document (AD) dat verscheidene elementen bevat waarop wij hieronder nader ingaan.

2. Deze elementen moeten «schriftelijk of op een duurzame en toegankelijke drager ter beschikking worden gesteld» van de toekomstige partner.

Bij een geschil is het evenwel degene die het recht verleent die moet bewijzen dat de wettelijke verplichtingen werden nageleefd.

De meest voorzichtige handelwijze is aan de kandidaat te vragen om alle pagina’s van de overhandigde documenten te dateren en ondertekenen.

3. De documenten moeten «minstens één maand voor het sluiten van de overeenkomst» worden verstrekt.

4. Tijdens deze termijn van een maand «mag geen enkele verbintenis worden aangegaan en mag geen enkele vergoeding, bedrag of waarborg worden gevraagd of betaald».

Er wordt evenwel aangenomen dat de verbintenissen in het kader van een vertrouwelijkheidsovereenkomst niet onder dit verbod vallen.

5. Bij wijziging van een van de «belangrijke contractuele bepalingen» van de overeenkomst tijdens deze termijn van een maand moeten minstens één maand voor het sluiten van de overeenkomst een «vereenvoudigd» AD (dat alleen de gewijzigde contractuele bepalingen bevat) en een nieuw ontwerp van overeenkomst worden verstrekt, tenzij deze wijziging schriftelijk wordt aangevraagd door degene die het recht verkrijgt.

Het is dus belangrijk het schriftelijke bewijs te bewaren van een aanvraag tot wijziging van het ontwerp van overeenkomst door de partner tijdens de bedenktijd van een maand. In dat geval is het immers niet nodig een nieuw AD of ontwerp van overeenkomst te verstrekken.

II. – Inhoud van het afzonderlijk document

6. De wet bepaalt dat het AD twee delen bevat:

- De belangrijke contractuele bepalingen, voor zover erin is voorzien in de commerciële samenwerkingsovereenkomst (artikel X.28 §1 1°);
- De gegevens voor de correcte beoordeling van de commerciële samenwerkingsovereenkomst (artikel X.28 §1 2°)

A- Eerste deel: Belangrijke contractuele bepalingen waarin is voorzien in de commerciële samenwerkingsovereenkomst

7. Naast het verstrekken van een ontwerp van overeenkomst moet het AD de in de wet opgesomde (cf. infra) «belangrijke bepalingen» vermelden die in de overeenkomst zijn opgenomen. De «franchisegever» is daarentegen niet verplicht om in zijn overeenkomst alle in de wet opgesomde belangrijke verplichtingen op te nemen.

8. De te vermelden «belangrijke bepalingen» zijn de volgende:

  • a) de vermelding dat de commerciële samenwerkingsovereenkomst al dan niet specifiek met inachtneming van de persoon wordt gesloten;
  • b) de verbintenissen;
  • c) de gevolgen van het niet behalen van de verbintenissen;
  • d) de rechtstreekse vergoeding die de persoon die het recht verkrijgt moet betalen aan degene die het recht verleent en de berekeningswijze voor de onrechtstreekse vergoeding die de persoon die het recht verleent, ontvangt en, in voorkomend geval, de wijze van herziening in de loop van de overeenkomst en bij de hernieuwing ervan;
    Het gaat dus om alle vergoedingen, zowel rechtstreekse als onrechtstreekse.
    De rechtstreekse vergoeding moet duidelijk worden vermeld.
    Wat de «onrechtstreekse» vergoeding betreft, moet alleen de «berekeningswijze» in het AD worden vermeld. Het zou kunnen gaan om participaties in reclameacties of opleidingen, ristorno’s of provisies op referentiëringen, enz.
  • e) de concurrentiebedingen, hun duur en hun voorwaarden;
  • f) de duur van de commerciële samenwerkingsovereenkomst en de voorwaarden voor de hernieuwing;
  • g) de voorwaarden voor opzeg en beëindiging van de overeenkomst met name wat de lasten en de investeringen betreft;
  • h) de voorkooprechten of de aankoopoptie ten voordele van de persoon die het recht verleent en de regels voor de waardebepaling van de handelszaak bij de uitoefening van deze rechten of deze optie;
  • i) de exclusiviteiten die zijn voorbehouden aan de persoon die het recht verleent.

B- Tweede deel: Gegevens voor de correcte beoordeling van de commerciële samenwerkingsovereenkomst

9. Het tweede deel van het AD dient de volgende informatie te bevatten:

  • a) naam of benaming en adresgegevens van de persoon die het recht verleent (franchisegever of Master franchisenemer);
  • b) in geval het recht wordt verleend door een rechtspersoon, de identiteit en hoedanigheid van de natuurlijke persoon die namens hem optreedt;
    Volgens sommigen zou deze verplichting betrekking hebben op alle bedrijfsleiders, met andere woorden alle leden van de raad van bestuur en van het directiecomité.
  • c) de aard van de activiteiten van de persoon die het recht verleent;
    De ruime bewoordingen van deze verplichting doen uitschijnen dat alle activiteiten moeten worden beschreven, ook deze die niet het voorwerp uitmaken van de samenwerkingsovereenkomst.
  • d) de intellectuele eigendomsrechten, waarvan het gebruik wordt toegestaan;
  • e) in voorkomend geval de jaarrekeningen van de laatste drie boekjaren van de persoon die het recht verleent;
    Als het gaat om een onderneming die haar activiteiten als Master franchisenemer opstart, kan zij in een eerste fase de jaarrekeningen van haar master franchisegever verstrekken.
  • f) de ervaring met commerciële samenwerking en de ervaring binnen de exploitatie van de commerciële formule buiten een commerciële samenwerkingsovereenkomst;
  • g) de historiek, de staat en de vooruitzichten van de markt waarin de activiteiten worden uitgeoefend, vanuit algemeen en lokaal oogpunt;
    Wij benadrukken meteen dat deze verplichting in principe geen echt marktonderzoek inhoudt, dat door de franchisenemer moet worden uitgevoerd.
  • h) de historiek, de staat en de vooruitzichten van het marktaandeel van het netwerk vanuit een algemeen en lokaal oogpunt;
    Het is niet eenvoudig om het marktaandeel mee te delen aan de franchisenemer, want dit houdt in dat de franchisegever vooraf zijn markt definieert, wat heel delicaat is.
    Voorts evolueert het marktaandeel voortdurend …
  • i) in voorkomend geval voor elk van de voorbije drie jaren het aantal uitbaters die deel uitmaken van het Belgische en internationale netwerk, alsook de expansievooruitzichten van het netwerk;
    Alleen het aantal uitbaters wordt gevraagd; hun identificatie en precieze locatie zijn niet nodig.
  • j) in voorkomend geval voor elk van de voorbije drie jaren het aantal commerciële samenwerkingsovereenkomsten dat is afgesloten, het aantal commerciële samenwerkingsovereenkomsten dat is beëindigd op initiatief van de persoon die het recht verleent en op initiatief van de persoon die het recht verkrijgt, evenals het aantal commerciële samenwerkingsovereenkomsten die niet werden hernieuwd op vervaldag;
    De vermelding van het aantal gesloten overeenkomsten volstaat; het is niet nodig de identiteit van de partijen te vermelden.
  • k) de lasten en investeringen waartoe de persoon die het recht verkrijgt, zich verbindt bij de aanvang en tijdens de looptijd van de commerciële samenwerkingsovereenkomst, met opgave van de bedragen en hun bestemming alsook hun aflossingstermijn, het ogenblik waarop ze aangegaan zullen worden en hun lot bij beëindiging van de overeenkomst.
    De wet bepaalt niet of de beoogde lasten en investeringen degene zijn die strikt afhankelijk zijn van de relatie tussen de partners of dat het gaat om alle bedrijfslasten en investeringen die nodig zijn voor de uitbating. Het is voorzichtig de tweede optie te volgen.
    Wij benadrukken ook dat de wettekst niet alleen de lasten en investeringen beoogt die nodig zijn bij het begin van de relatie, maar ook deze die nodig zullen zijn in de loop van de uitvoering van de overeenkomst.

III. - Vereenvoudigd afzonderlijk deocument (artikel X.29)

10. De wet bepaalt dat de franchisegever in een aantal gevallen kan volstaan met het verstrekken van een «vereenvoudigd» AD, naast een ontwerp van overeenkomst.

11. De beoogde gevallen zijn de volgende:

- In geval van hernieuwing van een commerciële samenwerkingsovereenkomst, gesloten voor een periode van bepaalde duur,
- in geval van het sluiten van een nieuwe commerciële samenwerkingsovereenkomst tussen dezelfde partijen of
- in geval van wijziging van een commerciële samenwerkingsovereenkomst die in uitvoering is en sinds minstens 2 jaar gesloten is (tenzij de wijziging volgt op schriftelijke aanvraag van de partij die het recht verkrijgt, in welk geval geen enkel ontwerp van overeenkomst of vereenvoudigd afzonderlijk document moeten worden verstrekt door de partij die het recht verleent).

12. Wat de inhoud betreft, moet dit vereenvoudigd AD minstens de volgende gegevens vermelden:

- De belangrijke contractuele bepalingen, die werden gewijzigd ten aanzien van het oorspronkelijk document of, bij ontstentenis van een document, ten aanzien van de datum waarop het oorspronkelijk akkoord werd gesloten;
- De gegevens voor de correcte beoordeling van de commerciële samenwerkingsovereenkomst, die werden gewijzigd ten aanzien van het oorspronkelijk document of, bij ontstentenis van een document, ten aanzien van de datum waarop de oorspronkelijke overeenkomst werd gesloten.

IV. - Sancties (artikel X.30)

13. In geval van niet naleving van de door de wet opgelegde verplichtingen kan de franchisenemer de nietigheid van de commerciële samenwerkingsovereenkomst inroepen binnen twee jaar na het sluiten van de overeenkomst.

Wat de gevolgen van dergelijke nietigheid betreft, zijn er al verschillende jurisprudentiële uitspraken gedaan (sommige ervan bevalen de terugbetaling door de franchisegever van alle bedragen die de franchisenemer tijdens de overeenkomst had betaald).

14. Er is evenwel voorzien in een bijzondere sanctie als het AD de «belangrijke contractuele bepalingen» niet bevat: in dat geval kan de franchisenemer alleen de nietigheid van de bepalingen in kwestie inroepen en blijft de rest van de overeenkomst gelden.

Er is geen termijn vastgelegd om deze nietigheid in te roepen. Wij gaan er dus van uit dat deze nietigheid onderworpen is aan de gemeenrechtelijke verjaringstermijn van 10 jaar.

15. Tot slot, als een van de «gegevens voor de correcte beoordeling van de overeenkomst» van het AD ontbreekt, onvolledig of onjuist is, of wanneer één van de «belangrijke contractuele bepalingen» van het AD onvolledig of onjuist is, kan de persoon die het recht verkrijgt het gemeen recht inzake wilsgebreken of quasi-delictuele aansprakelijkheid inroepen.

In dat geval kan de partner dus proberen om de nietigheid van de overeenkomst te vorderen of schadevergoeding te verkrijgen, evenwel op voorwaarde dat hij het bewijs aanvoert dat aan de door het gemeen recht daartoe bepaalde voorwaarden is voldaan.

16. Het WER regelt nu ook de kwestie of de franchisenemer geldig afstand kan doen van het recht om de nietigheid van de overeenkomst of van een van de bepalingen ervan te vorderen. Zo’n afstand is mogelijk «na het verstrijken van een termijn van een maand na het sluiten van de overeenkomst» en op voorwaarde dat ze uitdrukkelijk de oorzaken vermeldt waarom afstand wordt gedaan van de nietigheid.